Zuid-Scharwoude, Kooger Kerk
|
||
| Najaarsexcursie 29 september 2007 | ||
| 1881 |
| L. van Dam & Zonen uit Leeuwarden bouwt het orgel. Het fronttype komt overeen met dat van het Friese Mantgum (1879), dat als prototype van dit ontwerp geldt. In de kas was ruimte gereserveerd voor het later aanbrengen van een vrij pedaal. |
| 1912 |
| Fa. Flentrop uit Zaandam vervangt de Salicet 4’ van het bovenwerk door een Voix Celeste 8'. |
| 1932 |
| Fa. Flentrop uit Zaandam plaatst de bas van de Bourdon 16’ op een pneumatische lade en voorziet deze tevens van een transmissie voor het pedaal. De tonen C-G van de Holpijp 8’ van het hoofdwerk werden gecombineerd met c-g van de Bourdon 16’. Tremulant, afsluiting hoofdwerk en windloser kwamen te vervallen. |
| 1965 |
| Er wordt voor het eerst een windmotor geplaatst, afkomstig van de Ned. Herv. Kerk te Broek op Langedijk. De orgeltrapper wordt daarmee overbodig. De aanwezige handpomp installatie blijft echter gewoon intact. |
| 1984 |
| Fa. Bakker & Timmenga uit Leeuwarden voert een restauratie uit, onder advies van Jan Jongepier uit Leeuwarden. Deze restauratie viel samen met de restauratie van het kerkgebouw. Het orgel werd daarbij verplaatst van de koorzijde naar de torenzijde van het gebouw, waarbij een geheel nieuwe orgelgalerij gebouwd werd. De oorspronkelijke toestand van het orgel werd hersteld. Op het hoofdwerk werd een Mixtuur toegevoegd op een gereserveerde sleep, op het bovenwerk werd een Quintfluit 3’ geplaatst op een hiervoor gereserveerde sleep. Een vrij pedaal met vier registers werd aangebracht, uitgevoerd in de stijl van de oorspronkelijke bouwers. Er werden enige wijzigingen aan de windvoorziening aangebracht en de pneumatische transmissie werd verwijderd. Een groot deel van het pijpwerk van het afgebroken Van Dam-orgel in de Oosterkerk te Leiden (1901) werd opgekocht en een deel hiervan is gebruikt, te weten voor de vier pedaalregisters en de Salicet 4’ van het bovenwerk. Ook werden de open plaatsen van de Mixtuur en de Quintfluit ingevuld, waarbij loos frontpijpmateriaal van de middentoren uit Leiden werd verwerkt. Later hebben enkele andere restauraties en reconstructies van Van Dam-orgels kunnen profiteren van deze aankoop, onder andere die in Assen, Daarle, Eelde en Franeker. De voltooiing van de restauratie werd gevierd op zondag 9 september met een feestelijk Orgel Festival. |
| Dispositie |
| Hoofdwerk, C - g''' | Bovenwerk, C - g''' | ||||||
|
Prestant Bourdon Violon (vanaf C') Holpijp Octaaf Prest. Quint Octaaf Cornet D Roerfluit Mixtuur ● Trompet B/D |
8' 16' 8' 8' 4' 3' 2' 3' 4' 2-4 st. 8' |
Prestant ● Viool de Gambe Fluit dolce Salicet ● Fluit trave Quint fluit ● Gemshoorn Klarinet |
8' 8' 8' 4' 4' 3' 2' 8' |
||||
| Pedaal, C - d' | Werktuigelijke registers | ||||||
|
Subbas ● Fluitbas ● Fagot ● Trombone ● |
16' 8' 16' 8' |
Klavierkoppel HW-BW Pedaalkoppel HW Tremulant (BW) Toonhoogte: a1 = 440 Hz Winddruk: 60 mm Stemming: gelijkzwevend ● = 1984 ● = vanaf E. C-Dis in Fluit dolce. ● = Leiden, 1901 |
|||||
| Sonate II op. 42 - Maestoso / più moto Gustav Merkel(1827-1885) |
| Organist | : | Jan Jongepier (1941-2011) |
| Duur | : | 7 minuten en 19 seconden |
| Bron | : | Eigen liveopname Stg. Organum Frisicum uit 2007 |
| Producent | : | Webmasters Stg. Organum Frisicum |